100 Gulden type 1945. Bankbiljet ‘Tekst’. Sign: Westerman Holstijn - Trip. 7 mei 1945. Sn: CD 092445. Handtekening van Trip boven ‘PRESIDENT’ / Signature Trip above ‘PRESIDENT. Mev. 119.1a; AV 83.1a; PL.99.a; DNB 11.1; Pick 79. Geldzuivering / money purification. In US-Plastikholder der PMG Extremely Fine 40 (1924005-020). Nearly UncirculatedDe Ruiter, Dec. 2005.
Op 5 mei 1945 wordt Nederland bevrijd. Hiermee komt een einde aan de Tweede Wereldoorlog in Nederland. De economie moet weer opnieuw opgebouwd worden. Er is veel 'zwart geld' uit de oorlog overgebleven. De toenmalige minister van Financiën, Pieter Lieftinck, bedenkt in 1945 een plan hiervoor. Het Nederlandse geld moet 'gezuiverd' worden. Al het ‘zwarte geld’ moet dus verdwijnen. Op 26 september 1945 krijgen alle Nederlanders tien gulden. Daar moeten ze een week van leven. Het tientje wordt al snel 'het tientje van Lieftinck' genoemd. In de week van 26 september moeten alle oude bankbiljetten en munten worden ingeleverd. Dat wordt vervolgens ingewisseld voor nieuw geld waaronder dit 100-gulden biljet. Het plan van minister Lieftinck werd een succes.
On 5 May 1945, the Netherlands was liberated. This ended the Second World War in the Netherlands. The economy had to be rebuilt. There was a lot of 'black money' left over from the war. The then Minister of Finance, Pieter Lieftinck, came up with a plan for this in 1945. Dutch money had to be 'purified'. All 'black money' had to disappear. On 26 September 1945, all Dutch people received ten guilders. They had to live on that for a week. The tenner was soon called 'Lieftinck's tenner'. In the week of 26 September, all old banknotes and coins had to be handed in. They were then exchanged for new money, including this 100-guilder note. Minister Lieftinck's plan was a success.